Watererfgoed - nog steeds zichtbaar in de Noordoostpolder

Een unieke ontstaansgeschiedenis

De Noordoostpolder was het eerste deel van het huidige Flevoland dat werd drooggelegd. Hier werden lessen geleerd die bij de latere drooglegging goed van pas kwamen. Vandaar bijvoorbeeld dat de Noordoostpolder pal tegen Overijssel en Friesland aan ligt, terwijl de rest van Flevoland rondom omringd is door meren. Dat vergemakkelijkt de afwatering. Een gevalletje van ‘al doende leert men’. Kijk maar eens op een plattegrond, dan zie je het zelf. 

Het verhaal over het watererfgoed van de Noordoostpolder is een verhaal over dijken, gemalen en sluizen. Maar ook over landbouw, waterloopkundig onderzoek en een eiland op het droge. We zijn trots op de unieke ontstaansgeschiedenis van de Noordoostpolder. Die trots delen we via dit blog graag met jou en we nodigen je van harte uit om ons bijzondere watererfgoed gauw eens met eigen ogen te komen bewonderen.

Sluitgaten

De dijk rondom de Noordoostpolder bestaat uit twee delen: van het Friese Lemmer tot aan Urk en van Urk tot aan Blokzijl in de provincie Overijssel. Het eerder al bewoonde en zeer bedrijvige visserseiland Urk stak natuurlijk al boven het water uit en hoefde geen nieuw stuk dijk. De eerste dijk, de Noordermeerdijk, werd op 3 oktober 1939 gesloten, toen men er ter hoogte van het huidige Espel grote matten van gevlochten wilgentakken in liet zakken, die met stenen verzwaard werden, wat daarna werd aangevuld met klei en zand.

Omdat dit een gedenkwaardig moment was, kwamen de burgemeester van Lemmer en die van Urk deze heuglijke gebeurtenis bijwonen en ze staken elkaar, staand op een houten plank die in allerijl over het sluitgat was gelegd, de hand toe. Dit moment kun je zelfs nu nog met eigen ogen bewonderen, wanneer je vanaf de juiste afstand en met de juiste hoek door het doorkijkpaneel Sluitgat kijkt. De tekening van de handenschuddende burgemeesters wordt dan namelijk geprojecteerd op, bij benadering, de plek waar het zoveel jaar geleden in het echt gebeurde.

Ruim een jaar en twee maanden later, op 13 december 1940, werd het sluitgat van de Zuidermeerdijk, ter hoogte van het huidige Schokkerhaven, op dezelfde wijze gevuld. Hier is tegenwoordig geen doorkijkpaneel te vinden, maar beide sluitgaten zijn wel voorzien van een sluitgatmonument: bovenop de dijk staat een grote grijpbak, die werd gebruikt bij de sluiting van het sluitgat.   Aan de voet van de dijk ligt een maquette met de contouren van de Noordoostpolder in wording. Hierop is de kaart van de dijk te zien, inclusief de sluitgaten bij Espel en Nagele.

Tip: Maak eens een wandeling met audiotour langs Sluitgatmonument Nagele

Droge voeten dankzij onze gemalen

Na het sluiten van het tweede sluitgat bij Nagele lag er zo’n 54 kilometer dijk rondom het in te polderen gebied en konden de gemalen beginnen met het droogmalen van de nieuwe polder. Dit werd gedaan door Gemaal Buma in Rutten, Gemaal Smeenge in Kraggenburg en Gemaal Vissering op Urk. Gezamenlijk pompten deze tijdens de drooglegging zo’n 1.500 miljoen kubieke meter water weg.

De Noordoostpolder ligt tot vijf meter onder NAP. Het heeft de vorm van een badkuip: aan de randen bij Friesland en Overijssel ligt het gebied 1 meter onder NAP, aan de westelijke kant, bij het IJsselmeer, tot 5 meter onder NAP. De gemalen die de polder in eerste instantie hadden leeggepompt, worden nog steeds gebruikt om de waterstand in de Noordoostpolder te beheren.

Het dorp Tollebeek is overigens het laagste punt van de Noordoostpolder. Hier is het waterpeil ook het laagst, namelijk 6.20 meter onder NAP. Het ondergemaal Steven Rippen is één van de instrumenten dat regelt dat ook hier het waterpeil goed blijft. Zoals elke polder heeft de Noordoostpolder daarnaast een stelsel van vaarten voor het beheer van het waterpeil en voor de scheepvaart.

Bij gemalen vind je sluizen

In de dijken van de Noordoostpolder ligt naast elk van de drie gemalen een sluis om de polder in en uit te kunnen varen. Hier maakt tegenwoordig vooral de pleziervaart gebruik van. Het gaat om de Friese Sluis (naast gemaal Buma), de Voorstersluis (naast gemaal Smeenge) en de Urkersluis (naast gemaal Vissering). Door deze sluizen kan de scheepvaart een hoogteverschil overbruggen van tussen de 5 en 6 meter. Kom eens varen op de Lemstervaart, Zwolse Vaart of Urkervaart en bekijk onze gemalen en sluizen van dichtbij terwijl je de polder in- of uitvaart.

Kom onze sluizen en vaarten eens vanaf het water bekijken

Vrachtvervoer ging vooral per schip

In de beginjaren van de Noordoostpolder was de (vracht)auto nog lang niet zo’n gebruikelijk vervoermiddel als nu en werd de landbouwoogst nog per schip vervoerd. Landbouwcoöperaties waren destijds verantwoordelijk voor het transport van producten als suikerbieten en graan. Die coöperaties hebben gezorgd voor weegbruggen en een overslagkranen of bietenbruggen, vlakbij de speciaal daarvoor aangelegde loswallen in de zijvaarten die alle dorpen met de drie hoofdvaarten van de Noordoostpolder verbinden.

De overslagkranen takelden netten met bieten van de boerenkar in het schip. Of later, toen de oogst in kleine vrachtwagens met kiepwagens werd vervoerd, kon de lading zo vanaf de wal het ruim van het vrachtschip in worden gekieperd. De zijvaarten en daarmee de loswallen waren tot midden jaren zestig vooral in gebruik voor de aan- en afvoer van bulkproducten als meststoffen, graan en suikerbieten.

Er zijn vier bietenbruggen in de Noordoostpolder bewaard gebleven: in Marknesse, Emmeloord, Kraggenbrug en bij Ramspol, even buiten Ens. Bij de bietenbrug van Ens is middels een doorkijkpaneel inzichtelijk gemaakt hoe het lossen van de oogst in een vrachtschip vroeger ging. Op het doorzichtige paneel zie je een vrachtschip in het water liggen, terwijl een kiepwagen een lading bieten vanaf de loswal lost. Als je op de juiste afstand en via de juiste hoek door het doorkijkpaneel kijkt, dan zie je het vrachtschip op de vaart geprojecteerd en lijkt het alsof de vroegere kiepwagen precies op de huidige loswal staat. Een bijzonder gezicht!

Een eiland op het droge

Een onderdeel van ons watererfgoed dat je beslist een keer gezien moet hebben is Schokland. Stel je toch eens voor dat je op dit hele smalle eiland in de woeste Zuiderzee woonde en dat de boel om de haverklap onder water stond. En dat het op een gegeven moment zelfs zo erg werd, dat de regering besloot het hele eiland gedwongen te ontruimen. Waar moest je naartoe? En kon je daar wel aarden? De tijdelijke expositie ‘Schokkers en de ontruiming’ in Museum Schokland brengt dit levendig in beeld.

Ook bijzonder is dat dit verlaten eiland opeens geen eiland meer was, maar werd omsloten door de nieuwe Noordoostpolder. Net als Urk, trouwens, dat ook opeens geen eiland meer was. Het verschil: Urk was nog bewoond en bleef een zelfstandige gemeente, terwijl Schokland dan wel zijn eigen postcodegebied kreeg, maar toch onderdeel werd van de Noordoostpolder.

Je ziet nog aan alles dat Schokland vroeger een eiland was. Zo bestaat het uit verhoogde terpen en woonheuvels, die de gebouwen tegen overstromingen moesten beschermen, en zijn er nog overblijfselen van de haven te vinden. Zelfs de eilandcontouren steken boven het omringende landschap uit. Schokland is tegenwoordig een UNESCO Werelderfgoedlocatie en een uniek voorbeeld van de voortdurende strijd van Nederland tegen het water.

De vaste expositie van Museum Schokland laat trouwens zien dat de geschiedenis van dit gebied veel verder terug gaat dan de bewoning van het eiland Schokland. Zo zijn er vondsten uit de prehistorie gedaan, zoals aardewerk, skeletten en ploegsporen. Er zijn zelfs een menselijke voetafdrukken van ruim 4000 jaar oud gevonden. En als je zwerfkeien uit de ijstijd wilt zien, dan moet je een bezoekje brengen aan De Gesteentetuin, even verderop. Daar maak je een reis door de tijd, die maar liefst 200.000 jaar geleden start.

Bekijk wat er op Schokland te zien en te doen is

Een openluchtlaboratorium in het bos

Een veel recentere ontwikkeling die zijn plek in ons watererfgoed beslist heeft verdiend, is het waterloopkundig onderzoek in het Waterloopbos. In dit bos werden tussen 1950 en 1996 grootschalige fysieke modellen van waterbouwkundige projecten gebouwd. Het Waterloopkundig Laboratorium gebruikte het bos om projecten te testen en ontwerpen te optimaliseren, zoals havens, sluizen en dijken.

Moderne waterbouwkunde gebeurt grotendeels met computerberekeningen en simulaties, waardoor het bos een bijzondere herinnering is aan een eerdere fase in de wetenschap. En iedereen die weet dat Nederland wereldwijd een grote naam heeft op het gebied van watermanagement, zal begrijpen dat het onderzoek in het Waterloopbos een unieke historische en technische betekenis heeft voor Nederland en voor de wereldwijde waterbouwkunde.

Los van de waardering voor de technische kant van het waterloopkundig onderzoek is een wandeling door het Waterloopbos simpelweg een unieke belevenis. Nergens anders ter wereld vind je een bos vol schaalmodellen van waterwerken die langzaam door de natuur worden overwoekerd en steeds meer onderdeel van het bos worden. Deze bijzondere mix van cultureel en natuurlijk erfgoed is uniek in de wereld en de moeite van het ontdekken zeker waard.

Een oude haven en een vuurtoren

Twee laatste elementen in het landschap van de Noordoostpolder tonen duidelijk aan dat er hier vroeger water lag. In het Kuinderbos en nog net aan de polderkant van de provinciale grens met Overijssel ligt de Oude Haven van Kuinre. Dit Kuinre was vroeger een florerende havenplaats, maar nadat de nieuwe polder pal tegen het oude land aan werd aangelegd, verloor het zijn functie en werd de haven opeens door land omsloten. De haven is gelukkig wel weer in oude staat hersteld, zodat het een zeer tastbaar onderdeel van ons watererfgoed vormt.

Datzelfde geldt voor Oud-Kraggenburg,  een voormalig (schier-)eilandje in de Zuiderzee, met een vuurtoren en lichtwachterswoning erop. Die hebben tegenwoordig natuurlijk helemaal geen nut meer, want fietsers navigeren niet op het licht van een vuurtoren. Maar juist voor fietsers is Oud-Kraggenburg bij daglicht wel een mooi baken, dat als een terp boven de rest van het landschap uitsteekt. Je kunt het niet missen wanneer je een fietstocht maakt door het zuidoosten van de Noordoostpolder.

Oud-Kraggenburg heeft tegenwoordig de monumentenstatus en is zelfs zo’n opvallend element in ons landschap én in ons watererfgoed dat er een doorkijkpaneel aan is gewijd, waarop je ziet hoe Oud-Kraggenburg vroeger door water werd omringd en waarop je alles leest over de geschiedenis van deze unieke locatie.

Fiets eens een rondje langs diverse lichtbakens in het nieuwe én oude land
Een kleine heuvel waar bomen omheen staan. Op de heuvel staat een klein huisje. De lucht is helder en blauw. In Kraggenburg, de Noordoostpolder.

En dus?

Bijna alles dat met water te maken heeft, van onze gemalen en sluizen tot voormalig eiland Schokland en het waterloopkundig onderzoek in het Waterloopbos, heeft de Noordoostpolder voor een belangrijk deel gevormd tot wat deze tegenwoordig is. Geen wonder dat we je graag laten kennismaken met ons watererfgoed en alles wat daarvan nog in het landschap zichtbaar is. Kom langs en ontdek zelf hoe menselijk vernuft land uit water won én water voor zich liet werken. De Noordoostpolder zal je verrassen en inspireren.

Ontdek ons watererfgoed tijdens een fiets- of wandeltocht door de Noordoostpolder: